zondag 1 november 2015

Boekverslag het achterhuis van Anne Frank

Het achterhuis van Anne Frank
UItgeverij Bert Bakker




Samenvatting

Anne Frank, een Duits joods meisje, is met haar ouders, Otto en Edith Frank, en zus Margot  in 1933 naar Amsterdam gevlucht. Omdat Hitler aan de macht kwam en de joden de schuld gaf dat het slecht ging met de Duitse bevolking en economie. Waardoor hij vele regels invoerden die anti joods waren. Hij wou het joodse ras uitroeien.  In 1942, op haar dertiende verjaardag, krijgt ze een dagboek cadeau. Op deze dag schrijft ze voor het eerst in het boek:
  Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb, en ik hoop dat je een grote steun voor me zult zijn.
Ze schreef in haar dagboek naar haar denkbeeldige vriendin Kitty in de vorm van dagboekbrieven. Waarin ze de dagelijkse gebeurtenissen beschrijft. In de eerste weken na haar verjaardag gaat ze nog naar het joods Lyceum in Amsterdam, maar al snel moet ze, samen met haar familie, onderduiken. Ze vluchten naar het achterhuis van het kantoorpand, waar haar vader, Otto Frank, zijn bedrijf heeft gevestigd genaamd Opekta. Achter het bedrijf is een achterhuis wat je door middel van een boekenkast wordt gescheiden van het kantoor.  Ze schrijft in haar dagboek over de ochtend van het begin van hun onderduik periode. Donderdag, 9 juli 1942.
 Lieve kitty.
 Zo liepen we dan in de stromende regen, vader, moeder en ik, elk met een school- en boodschappentas, tot bovenaan toe volgepropt met de meest door elkaar liggende dingen. De arbeiders die vroeg naar hun werk gingen, keken ons medelijdend na; op hun gezichten was duidelijk de spijt te lezen dat ze ons generlei voertuig aan konden bieden; de opzichtige gele ster sprak voor zichzelf. (…)
Na een week komt de familie Daans (hun werkelijke naam is Van Pels) bij hen inwonen op 13 juli. Vier maanden later volgt Pfeffer, een tandarts, die in werkelijkheid Albert Dussel heet. Anne moet haar kamer met hem delen, maar ze vindt hem helemaal niet aardig. 
Een aantal mensen van het kantoor voorzien de onderduikers van eten en boeken. De echte namen van deze helpers zijn Anne niet bekend: meneer Kleiman is voor haar meneer Koophuis, meneer Kugler. Dan zijn er nog de dames Miep Gies, en Bep Voskuijl die voor het voedsel en voor andere levensmiddelen zorgen.

Anne vertelt hoe moeilijk het is om de hele dag nuttig bezig te zijn zonder herrie te maken, want overdag werken mensen in het kantoorpand en magazijn, en die mogen hen niet horen. ’s Ochtends om half negen moet het stil zijn dan komen de eerste magazijn medewerkers werken.
Maandag, 23 augustus 1943
      Wenn die Uhr halb neuen schlägt…
Margot en moeder zijn zenuwachting. ‘Sst… vader, stil Otto, sst… Pim! Het is halfnegen. Kom nu hier, je kunt niet meer het water laten lopen. Loop zachtjes!’ Dit zijn diverse uitroepen voor vader in de badkamer. Klokslag half negen moet hij is de kamer zijn. Geen druppel water, geen wc, niet lopen, alles stil.(…)
 Ze leert veel, is altijd bezig met lezen van boeken en maken van huiswerk. Pim (vader Frank) helpt haar met de dingen die ze niet begrijpt, maar het meeste doet ze zelf. Later gaat ze ook wat werk voor kantoor doen: brieven tikken en administratieve bezigheden. 

Via de radio, die ze 's avonds beluisteren, horen ze berichten over het verloop van de oorlog. 
Naar het dagelijks leven schrijft Anne veel over wat ze voelt en denkt. Ze schrijft onder anderen dat ze vaak bang is als ze 's nachts op straat hoort schieten en wanneer er bombardementen zijn. Ze schrijft ook over de familie van Daan. Pa en ma van Daan maken veel ruzie, bijna altijd.    
      28 september 1942
      (…) ik vind het heel gek dat volwassen mensen zo gauw, zo veel en over alle mogelijke kleinigheden ruzie maken. Tot nu toe dacht ik altijd dat kibbelen een kindergewoonte was (…)
 Anne ergert zich er vaak aan en ze schrijft dan ook dat het heel moeilijk is om niet te laten merken dat ze mevrouw van Daan niet aardig vindt, maar ze mag het niet laten merken, want dat zou de sfeer niet bevorderen. "Het is zo moeilijk om de hele dag met mensen om je heen te leven die je niet begrijpen en die voortdurend ruzie maken over de stomste dingen", schrijft ze onder anderen. De spanning is dus vaak te snijden met zoveel mensen in zo'n kleine ruimte en Anne heeft vaak ruzie met haar moeder en mevrouw Daans. De enigen met wie Anne kan praten zijn haar vader en Peter Daans. Anne en Peter worden zelfs verliefd, maar ze krijgen niet echt de kans om er echt wat van te maken.
(…)Liefde, wat is liefde? Ik geloof dat liefde iets is wat eigenlijk geen woorden kan hebben. Liefde is iemand begrijpen, van iemand houden, geluk en ongeluk met hem delen. En daarbij hort op den duur ook de lichamelijke liefde, je hebt wat gedeeld, iets weggegeven en iets ontvangen en of je dan getrouwd of ongetrouwd bent, of een kind krijgt of niet. Of je eer weg is of niet, dat komt er allemaal niet op aan, als je maar weet dat er voor je hele verdere leven iemand naast je staat, die je begrijpt en die je met niemand hoeft te delen.
                                                                                                                                  Je Anne M. Frank
Anne denkt veel na over het leven en over zichzelf. Ze vindt dat moeder haar niet begrijpt en dat Margot net als haar moeder is: te rustig, te braaf. Vader wil moeder verdedigen en wil niet naar haar luisteren. Anne voelt zich vaak alleen. Doordat ze zoveel over zichzelf nadenkt, krijgt ze een behoorlijke dosis zelfkennis. Ze kan zichzelf goed beschrijven en dat ook nog behoorlijk objectief. Ze kan als het ware buiten zichzelf gaan staan en naar zichzelf kijken als of het een ander is waar ze naar kijkt.


Op 4 augustus 1944 vallen de Duitsers het pand binnen. Het achterhuis wordt ontdekt en alle bewoners worden gearresteerd. Zij worden via Westerbork naar Auschwitz vervoerd en wanneer de Russen dat kamp naderen, worden Anne en Margot naar Bergen-Belsen overgebracht. Twee maanden voor de bevrijding van dat kamp, sterven ze beiden aan tyfus. Van alle onderduikers overleeft alleen Otto Frank de concentratiekampen. Kleiman en Kugler, die ook opgepakt zijn en in Nederlandse kampen zijn ondergebracht, keren ook na de oorlog terug naar Amsterdam. 

Anne Frank

De schrijver van het boek Het achterhuis is Annelies Marie Frank (Anne Frank). Anne Frank is geboren in een Joods gezin op 12 juni 1929 in Frankfurt am Main, Duitsland.. Samen met haar ouders Otto en Edith Frank en haar zus Margot woont zij daar de eerste jaren van haar leven. In februari 1934 verhuist het hele gezin Frank naar Amsterdam. Anne is dan bijna 5 jaar oud en haar zus Margot 8 jaar oud. Al gauw hebben zij nieuwe vriendjes en vriendinnetjes. Sommigen zijn joods en komen, net als zij, uit Duitsland. Op 15 mei 1940 nemen De nazi's de macht over in Nederland. Annes ouders zijn bang dat het zelfde zal gebeuren als in Duitsland. Zij krijgen gelijk. Al snel worden joden gediscrimineerd, en zijn allerlei dingen voor hen verboden om te doen of te komen. Annes familie probeert zo normaal mogelijk verder te leven. Op 12 juni 1942 wordt Anne 13 jaar oud en krijgt veel cadeautjes voor haar verjaardag waar onder andere een dagboek bij zit. Anne is er erg blij mee en begint meteen te schrijven. Ze schrijft er dingen in over haar familie en vrienden maar ook over de straffen die de joden krijgen. Maar op zondag 5 mei krijgt Margot Frank een oproep om in Duitsland voor de Nazi’s te gaan werken




Mening

Voordat ik het boek ging lezen wist ik al hoe het verhaal ging en wat het einde was. Ik had dit boek gekozen omdat ik erg nieuwschierig was. Ik was benieuwd hoe de schrijver het verhaal van Anne Frank zou vertellen. Er was veel gebeurt in haar leven, ze heeft veel uitzonderlijke dingen meegemaakt maar het boek was niet extreem dik. Dus hoe kon de schrijver haar hele levensverhaal dan vertellen in één zo’n boek? Dat was de grootste reden waarom ik het boek ben gaan lezen. Ook ben ik het boek gaan lezen omdat ik geïnteresseerd ben in autobiografieën en biografieën. Ik wist hoe het verhaal van Anne Frank ging, maar toch wou ik het boek lezen omdat ik erg benieuwd was om het verhaal van haar kant te horen. In het boek werden namelijk veel citaten uit haar dagboek gebruikt.  
      Toen ik eenmaal was begonnen met lezen vond ik het erg interessant. Er werd veel verteld, maar het werd niet saai. Daardoor kon ik mijn aandacht er goed bijhouden. De eerste 40 bladzijden gingen snel, maar daarna werd het wat moeilijker. Anne en haar familie gingen schuilen, waardoor het verhaal zich alleen nog maar daar afspeelde. Elke dag was bijna hetzelfde dus de verhalen van de dagen werden ook niet meer spannend of kregen een onverwachte wending. Ik vond het boek saai worden. Op dat moment realiseerde ik mijzelf wel hoe moeilijk Anne haar leven moet zijn geweest. Want als ik al moeite had om het boek door te komen, laat staan hoe moeilijk die jaren schuilen voor haar dan wel niet zijn geweest.
      Ik vond het eerste deel van het boek leuk en interessant. Maar het middelste gedeelde vond ik niet meer leuk. Waardoor het een hele opgave voor mij werd om het boek uit te lezen. Omdat ik op een gegeven moment het boek als een soort verplichting ging zien om het te lezen werd het nog minder leuk. Ik zou mijn klasgenoten of anderen het dan ook niet aanraden om dit boek te gaan lezen. Het verhaal is mooi, alleen de manier waarop het werd gebracht sprak mij totaal niet aan. Ik raakte te snel mijn interesse kwijt en dat vond ik eigenlijk wel jammer.
      Toch weerhoudt dit boek mij er niet van om de volgende keer weer een boek over iemand zijn/haar levensverhaal te lezen. waarschijnlijk wordt dat wel een boek over een ander soort onderwerp. Dit boek had veel te maken met oorlog, de volgende keer zou ik dan bijvoorbeeld kiezen voor iemand die niet wordt geaccepteerd door zijn/haar eigen familie of die vroeger veel gepest is.



Verwerkingsopdracht M

Ik heb deze songtekst uitgekozen omdat hierin Anne’s verhaal word uitgelegd. Hoe Anne zich voelde in het achterhuis, hoe de dagen waren, hoe het leven er voor haar uitzag en hun laatste dag in het achterhuis. Ook verteld de song de wanhoop die ze gehad heeft dat zij de gene waren die “slecht” waren en weg moesten, wat dus niet zo was.


Songtekst: Benny Neyman - "Anne Frank" 


Een dagboek schreef ze, Anne Frank
Een vulpen in haar kleine hand
Een dertienjarig meisje in een achterpand
Een tafel en een ledikant

Het achterhuis was stil van Anne Frank
De dagen duurde maandenlang
De foto's van wat filmsterren op het behang
Een traan over haar bleke wang
Ze was bang

    Lieve Kitty zeg me, waarom wij
    Waarom zijn de joden vogelvrij
    Gaat de oorlog ooit voorbij
    Gaat de oorlog ooit voorbij

Ze zat er vaak vesteend van angst
Weer kwamen er soldaten langs
Het geluid van zware stappen
Kreeg een hardere klank
Maar stierf toen ook weer weg goddank
Voor hoe lang

    Lieve Kitty zeg me, waarom wij
    Waarom zijn de joden vogelvrij
    Gaat de oorlog ooit voorbij
    Gaat de oorlog ooit voorbij

Na vijfentwintig maanden vol van angst
De Grune Politzei kwamen langs
Een dagboek werd gered
Van het concentratiekamp
Een dagboek van een kind
Bedankt, Anne Frank

    Lieve Kitty zeg me, waarom wij
    Waarom zijn de joden vogelvrij
    Gaat de oorlog ooit voorbij
    Gaat de oorlog ooit voorbij


Hmmmmmmm hmmmmmmm hmmmmmmm hmmmmmmm
Hmmmmmmm hmmmmmmm hmmmmmmm hmmmmmmm
Hmmmmmmm hmmmmmmm...


Bronnenvermelding

Boeken:

Anne’s wereld ; Anne Frank stichting.

Anne Frank; Anne Frank stichting

Websites: